Bas van de Goor kan het als voormalig en zeer succesvol volleyballer uit eigen ervaring vertellen: ‘Je wilt als topsporter zeker weten dat je er alles aan hebt gedaan om te winnen. Fysiek en mentaal. Daar kunnen we de wetenschap goed bij gebruiken.’
Hij vervolgt: ‘Zonder wetenschap moet je het doen met je gevoel. Je denkt het goed te doen. Maar dankzij steeds meer onderzoek kunnen we wetenschappelijk aantonen dat iets wel of niet goed werkt. Of voor wie wel en voor wie niet.’
Op zoek naar kennis
In de topsport zien we steeds meer ‘embedded’ onderzoekers. Mensen met een wetenschappelijke opleiding die in de praktijk helpen om sporters optimaal te laten presteren. Ook coaches hebben steeds vaker een wetenschappelijke achtergrond. En zo nodig gaan sporters zelf kennis opzoeken. Van de Goor noemt daarbij het voorbeeld van Anicka van Emden, die hij tijdens de slotbijeenkomst van het onderzoeksprogramma Sport op het podium interviewde. Van Emden zocht zelf contact met wetenschapper Toine Schouten voor hulp bij het wennen aan het tijdsverschil tussen Rio – waar in 2016 de olympische spelen werden gehouden – en Nederland.
Geen jetlag
‘Ze kreeg van hem een speciale lichtbril die Van Emden geholpen heeft zich snel aan te passen aan het dag-nachtritme van Rio. Ze vertelde dat zij daardoor minder last had van een jetlag. En ze won mooi wel een bronzen medaille’, vertelt Van de Goor. ‘Inmiddels werken heel veel sporters en coaches met Toine Schouten samen. Zo’n bril kan wellicht net even dat kleine beetje verschil maken tussen wel of geen medaille.’
Passie voor onderzoek
Van de Goor interviewde tijdens de slotbijeenkomst ook Sander Ganzevles, voormalig topzwemmer, bewegingswetenschapper en zwemcoach. Volgens Ganzevles is er in Nederland bijna geen zwemcoach meer die niet als bewegingswetenschapper is opgeleid. Zelf werkt hij nu in Duitsland waar ze minder gewend zijn aan wetenschappers op de ‘werkvloer’. Van de Goor: ‘Het mooie van het verhaal van Sander vind ik zijn passie voor onderzoek. Toen ik hem vroeg wat hij zou doen met een extraatje van 1 miljoen, was hij heel duidelijk: meer onderzoekers aantrekken.’
Winst
Gevraagd naar wat Van de Goor de grote winst van het Onderzoeksprogramma Sport vindt, is hij heel duidelijk: ‘De nauwe band die is ontstaan tussen sporters, coaches, sportbonden en wetenschappers. Dat smaakt naar heel veel meer. Zo kan Nederland zich in de topsport blijven onderscheiden.’