Emancipatie vrouwenvoetbal nog lang niet klaar

‘We zijn een paar flinke stappen verder, maar we zijn er echt nog niet’, aldus de Tilburgse hoogleraar Martine Prange. ‘Er is meer media-aandacht en het A-team is nu zelfs commercieel interessant, maar bij clubs in het land is er voor het vrouwenvoetbal nog een wereld te winnen.’

Prange, zelf ooit speelster op topniveau, doet al jaren onderzoek naar vrouwenvoetbal. ‘Pas in 1971 mochten vrouwen officieel bij KNVB-clubs voetballen. Maar ook al werd het gedoogd, het werd vrijwel nergens gefaciliteerd. Als tienjarige had ik zelf een team samengesteld en een trainer geregeld, maar de voetbalclub wilde er desondanks niet aan.’

Groei
Lange tijd was het vrouwenvoetbal afhankelijk van welwillende mensen die zich ervoor inzetten. Prange: ‘Pas een jaar of tien geleden veranderde de gedoogcultuur langzaam in een stimuleringscultuur. De KNVB is serieuzer gaan investeren in vrouwenvoetbal. Ook zij zagen natuurlijk dat het mannenvoetbal niet meer groeide. Bij de meisjes daarentegen nam de belangstelling alleen maar toe.’

Verkassen
‘Toch gaat het in de praktijk nog te vaak niet goed’, vervolgt Prange. ‘Het mannenvoetbal heeft vaak nog het privilege van het beste veld, de mooiste kleedkamer, de beste trainer en bij profteams geldt nog steeds dat als de mannen of jongens moeten trainen, de meiden moeten verkassen. Dat horen we helaas nog steeds van onze onderzoekers die overal in het land met de voetbalsters hebben gesproken.’

Achterstelling aanpakken
Prange praat regelmatig met de KNVB-mensen en werkt met diverse maatschappelijke partners samen. ‘Het vrouwenvoetbal profiteert nu enorm van alle media-aandacht, maar die belangstelling is ook afhankelijk van de prestaties van het Nederlandse A-team.’ Ze pleit enerzijds voor het goed in de kijker spelen en commercieel promoten van het topniveau en anderzijds voor een aanpak van onderop met investering in de breedte. ‘Zorg daarbij dat ook jonge talentvolle meisjes de kans krijgen van jongs af aan, 7-8 jaar, extra te trainen. Voor talentvolle jongens bieden profclubs wel allerlei teams en extra trainingsmogelijkheden. Meisjes beginnen daar jaren later mee en staan dus gelijk al op achterstand.’

Emancipatie
Volgens Prange is sport een manier om te emanciperen. ‘Door sport leer je je talenten te ontwikkelen, je krijgt zelfvertrouwen, leert je grenzen verleggen. Dus sport is in principe een domein van emancipatie.’ Maar ze voegt eraan toe dat aan de andere kant er in het vrouwenvoetbal nog veel uitsluiting en discriminatie is. ‘Je kunt sport zien als een prisma waarmee je naar de samenleving kijkt. Spanningen in de maatschappij zie je in de sport extra duidelijk tot uitdrukking komen.