Voor een hoog duurvermogen heb je dunne spiervezels nodig. Die hebben een efficiënt zuurstofverbruikend systeem waarmee je een inspanning lange tijd kunt volhouden. Wil je echter wegrijden uit een peloton of even fiks aanzetten voor een winnende eindsprint, dan heb je juist dikke spiervezels nodig. Het optimaal trainen voor beide vezeleigenschappen is een lastige uitdaging.
Training om zowel het duur- als het sprintvermogen te vergroten leidt tot een conflictsituatie: het één gaat ten koste van het ander. Zo blijkt uit onderzoek aan spieren van allerlei diersoorten dat een toename in spiervezelomvang gepaard gaat met een afname in het uithoudingsvermogen. Wetenschappers van de VU en de VUMC proberen te achterhalen welke mechanismen hieraan ten grondslag liggen en ze onderzoeken of het toch mogelijk is om duur- en sprintvermogen gelijktijdig te verbeteren. Doel daarvan is uiteraard om de optimale trainingsstrategie te ontwikkelen.
Stephan van der Zwaard is als promovendus bij het onderzoek betrokken. ‘Om het ietwat versimpelt te zeggen: met krachttraining activeer je op celniveau het enzym mTOR, waardoor de spiermassa kan toenemen. Duurtraining zorgt voor aanmaak van PGC-1alpha, waardoor het zuurstofmetabolisme en daarmee het uithoudingsvermogen verbetert. Bij frequent en hoog intensieve duurtraining – zoals atleten doen – wordt ook het enzym AMPK geactiveerd die de door krachttraining geactiveerde mTOR juist weer remt waardoor de toename in spiervezelomvang wordt tegengegaan.
In dit onderzoek zijn bij een aantal sporters spierbiopten (kleine stukjes spierweefsel) afgenomen om te onderzoeken welke atleten dikke spiervezels kunnen combineren met een hoog zuurstofmetabolisme. De onderzoekers gebruiken verder een speciale techniek om met 3D-echografie de spierbouw van topsporters te bepalen. Daarnaast wordt een profielschets van de sporters gemaakt waarin onder andere sprint- en duurprestatie, lichaamsbouw en spier- en bloedeigenschappen worden beschreven. Hieruit worden de kritische factoren afgeleid die bepalend zijn voor sprint- en duurprestaties en er wordt onderzocht hoe de individuele sporter op deze factoren scoort.
Van der Zwaard: ‘Wat we uiteindelijk willen is topsporters op individueel niveau kunnen adviseren over het optimaal trainen van sprint- en duurvermogen. We zoeken het daarbij onder andere in manieren om de zuurstoftoevoer te vergroten, om mogelijk dikke spiervezels met een hoog zuurstofmetabolisme te krijgen. Het zuurstofmetabolisme vergroot het duurvermogen, de dikke spieren het sprintvermogen.’
Alle resultaten van dit onderzoeksproject worden direct toegankelijk gemaakt voor de sporters via de websites cyclingscience.nl, skatescience.nl en rowingscience.nl. Op deze websites zijn ook wetenschappelijk gefundeerde tips te vinden om krachttraining en duurtraining te combineren.
Meer informatie: