Kleurrijk beeld van voetballende meiden

Vrouwenvoetbal

In het Utrechtse voetbalstadion Galgenwaard heeft Merel van Dongen, speelster bij Ajax en het Nederlands Elftal, vanmiddag het eerste exemplaar van het boek ‘Meidenvoetbal in 14 verhalen’ overhandigd aan plaatsvervangend directeur Sport bij het ministerie van VWS Mariken Leurs. Het boek is voortgekomen uit het project ‘Van voetbalvrouwen tot vrouwenvoetbal’ van filosofe prof. dr. Martine Prange. Zij verricht onderzoek met NWO-financiering uit het onderzoeksprogramma Sport.

Het boek kwam tot stand onder redactie van onderzoekers Martine Prange, zelf voormalig speelster van het Nederlands Elftal, en cultureel antropoloog Martijn Oosterbaan. Het is bedoeld om het brede publiek en vooral jonge meisjes enthousiast te maken voor vrouwenvoetbal. De Johan Cruyff Foundation organiseerde de boekpresentatie.

Meisjes- en vrouwenvoetbal is de snelst groeiende sport ter wereld. Ook in Nederland is de groei spectaculair. Maar wie zijn die meiden die op pleintjes, velden en in de stadions voetballen? Het Nederlandse voetbal, de ‘Hollandse School’, is gebaseerd op behendigheid en slimheid, niet zozeer op kracht. Dat leren de spelers op straat. Hoe zit dat bij de voetballende meiden? En wat dragen zij bij aan de Nederlandse voetbalcultuur? In ‘Meidenvoetbal in 14 verhalen’ krijgt de huidige verandering van het Nederlandse voetbal – van een jongens- en mannenbolwerk in een sport voor iedereen – een gezicht.

Maatschappelijke impact van vrouwenvoetbal

In haar onderzoeksproject kijkt Martine Prange naar de maatschappelijke impact van vrouwenvoetbal in Nederland onder meer tegen de achtergrond van de geschiedenis van het vrouwenvoetbal. Zij startte als universitair docent Filosofie aan de Universiteit Leiden, maar is sinds enige tijd hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. In het verleden hield Prange zich bezig met het conflictdenken van Immanuel Kant die betoogde dat mensen conflicten nodig hebben om te groeien, grenzen te verleggen, problemen op te lossen en verder te komen. Prange vertaalde deze filosofie naar het hedendaagse vrouwenvoetbal.

Prange: ‘Sport is een ‘creatief conflict’. Op het voetbalveld ontstaat een krachtmeting met je tegenstander. Voetbal is altijd een mannensport geweest. Dat verandert nu langzaamaan. Wat betekent die acceptatie op het veld voor de ontwikkeling van talentvolle meisjes? Wat zegt het over onze maatschappij en de emancipatie in Nederland dat vrouwen steeds maar moesten vechten voor acceptatie en hun plek op het voetbalveld?’

Het onderzoek van Martine Prange heeft nieuwe kennis opgeleverd over de betekenis van (voetbal)sport voor de talentontwikkeling en integratie van meiden van Nederlandse komaf en van meiden met een migrantenachtergrond. Het levert beleidsadviezen voor voetbal- en sportbonden, vrouwenorganisaties en sportgerelateerde bedrijven op. Het boek ‘Meidenvoetbal in 14 verhalen’ is daarnaast een goed voorbeeld van de manier waarop wetenschappelijk onderzoek in begrijpelijke taal kennis kan overbrengen aan een breed publiek.

Het boek kost 14,99 euro in de winkel.

Comments are closed.